Review: KRACHTplanner
De meeste mensen kennen de KRACHTplanner wel. Een planner speciaal gemaakt voor mensen met autisme door autisme coach en ervaringsdeskundige Céline. In deze review ga […]
Read moreOver de ins and Auts van autisme
De meeste mensen kennen de KRACHTplanner wel. Een planner speciaal gemaakt voor mensen met autisme door autisme coach en ervaringsdeskundige Céline. In deze review ga […]
Read moreMeltdowns zijn niet leuk. Iedereen met autisme heeft wel eens een meltdown meegemaakt en kan dit bevestigen. Hoe zit het nou eigenlijk?
Read moreAutisme is soms moeilijk te begrijpen. In dit artikel leg ik je alle basisdingen uit over autisme die je moet weten als je net komt kijken.
Read moreIn dit Auterview vertelt Jacqueline over autisme in combinatie met het moederschap. Het is best pittig, maar ze heeft tips!
Read moreABA is een behandelmethode voor jonge kinderen met autisme. Er komen veel goede resultaten uit, maar de therapie is lang niet zo goed als ze het laten klinken.
Read moreAutisme kent vele soorten begeleiding. Eén soort begeleiding is het FACT. Wat doen zij eigenlijk? Dit interview geeft je een idee.
Read moreVerandering is moeilijk voor veel mensen met autisme. Ik geef je een aantal tips om hier beter mee om te leren gaan.
Read moreAlexithymie is een fenomeen waar veel autisten last van hebben. Wat is het precies en waarom hebben juist wij er zoveel last van?
Read moreSoyoung heeft in dit auterview wat te vertellen over vriendschappen, want dat kan nog best lastig zijn. Hoe heeft zij het ervaren?
Read moreAutisme en eetstoornissen gaan vaak samen. Hier vind je een overzicht van verschillende eetstoornissen en hoe deze samenwerken met autisme.
Read moreVeel mensen met autisme hebben last van executieve functies. Dit noemen we executieve disfunctie. We gebruiken de executieve functies elke dag, dus als je er […]
Read MoreVeel mensen met autisme hebben last van executieve functies. Dit noemen we executieve disfunctie. We gebruiken de executieve functies elke dag, dus als je er moeite mee hebt is dit natuurlijk ontzettend lastig. Wat zijn die executieve functies precies? En wat is executieve disfunctie? Wat is de link tussen executieve disfunctie en autisme? Ik vertel het je allemaal in dit artikel!
Executieve functies zijn een set neurocognitieve vaardigheden. Dit betekent dat deze vaardigheden te maken hebben met het functioneren van de hersenen. De executieve functies zorgen voor het (doel)bewust reguleren en controleren van je denken, doen en emoties.
Ze helpen je bij redeneren, doelbewust handelen, emotieregulatie en complexe sociale interacties. Verder zorgen ze ervoor dat je kan leren van- en je kan aanpassen aan veranderende situaties. Onder executieve functies vallen drie kerncomponenten: inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit.
Inhibitie is precies wat het lijkt. Het zorgt ervoor dat we bepaalde dingen kunnen remmen. Dingen als onze impulsen, onze gedachten en het negeren van omgevingsprikkels– klinkt als een droom, nietwaar? Er zijn kortweg drie gebieden van inhibitie te onderscheiden.
De eerste is cognitieve inhibitie. Dit betekent dat we onszelf kunnen remmen op het gebied van gedachten en herinneringen. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
De tweede is de gefocuste aandacht. Dit houdt in dat we onszelf kunnen remmen in perceptie of waarneming. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
De derde soort inhibitie is de gedragsinhibitie. Zoals het woord al zegt remmen we hiermee ons gedrag. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
Ons werkgeheugen zorgt ervoor dat we informatie tijdelijk kunnen opslaan en kunnen verwerken. Een beetje zoals het werkgeheugen van een computer dus. Binnen ons werkgeheugen onderscheiden we het verwerken van verbale informatie en non-verbale informatie. Een paar voorbeelden hiervan zijn:
Veruit de meeste studies verwijzen terug naar Baddeley’s studie uit 1986. Hierin legt hij uit dat er een soort centrale verwerker is voor het opslaan en verwerken van verbale informatie. Hiernaast is er een visueel-spatieel ‘werkblad’ die voor de non-verbale opslag en verwerking zorgt.
Cognitieve flexibiliteit zorgt ervoor dat we kunnen schakelen tussen verschillende perspectieven. Dit kunnen verschillende strategieën zijn voor het oplossen van een probleem, maar ook verschillende perspectieven op sociaal gebied. Hieronder een paar voorbeelden:
De drie kerncomponenten die hierboven zijn uitgelegd vormen samen de basis van de hogere-orde executieve functies. Deze functies zijn nog complexer. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
Met wat er hiervoor besproken is, is het makkelijk om te definiëren wat executieve disfunctie is. Executieve disfunctie is het hebben van problemen of tekorten in de onderdelen die we hiervoor besproken hebben. Niets meer en niets minder. Mensen met autisme hebben hier vaak last van (meer over wat autisme is vind je hier)
Problemen met inhibitie kunnen zorgen voor het niet kunnen remmen van impulsen, gedachten, handelingen of emoties. Het kan ervoor zorgen dat gedachten en herinneringen niet geremd worden en dat bepaalde gedragingen en gewoontes niet doorbroken kunnen worden.
Hierdoor kan het zijn dat we:
Als het werkgeheugen is aangetast zorgt dit voor een verstoorde verwerking van verbale en non-verbale informatie. Soms zijn deze problemen niet helemaal consistent en zijn ze de ene keer erger dan de andere keer, maar toch veroorzaken ze problemen. Problemen zoals:
Als de cognitieve flexibiliteit is veranderd is, lukt het vaak niet goed meer om te wisselen van perspectief. Dit zorgt voor problemen als:
Problemen in inhibitie, werkgeheugen of cognitieve flexibiliteit zorgen ook voor problemen in de hogere-orde executieve functies. Met name dingen als plannen en organiseren kunnen verminderd zijn. Ook het redeneren of het oplossend vermogen kunnen minder goed werken. En uiteraard de taak initiatie.
Mensen met autisme hebben vaak moeite met executieve functies. Ze hebben dus last van executieve disfunctie. De rol die verschillende factoren als leeftijd, geslacht, etc. spelen lijkt minimaal. Het blijkt dus dat mensen met autisme moeite hebben met executieve functies ongeacht of ze man of vrouw zijn (meer weten over vrouwen met autisme? lees hier)
Het is algemeen bekend dat de hersenen van mensen met autismespectrumstoornis anders werken dan die van andere mensen. Er zijn dan ook verschillende afwijkingen gevonden in verschillende delen van de hersenen– al is afwijking misschien niet helemaal het juiste woord.
De cortex, of buitenkant, van de hersenen lijken qua volume en dikte af te wijken van het normaal beeld. Verder zijn er verschillen gevonden in het contact netwerk tussen verschillende hersengebieden. Ook de verbinding tussen hersengebieden kan een verklaring zijn voor de afwijkende executieve functies bij autisme.
Eén verklaring voor de executieve disfunctie in het autistische brein is de onderontwikkeling van de frontale gebied in de hersenen. Dit gebied zorgt voor de executieve functies en er zijn hier verschillen gevonden tussen autistische en neurotypische hersenen. Van verschillen in de zenuwcellen zelf tot verschillen in het overdragen van de zenuwimpulsen aan andere hersengebieden.
De executieve disfunctie hypothese werd opgesteld om de gedragsafwijkingen in mensen met autisme te verklaren. De hypothese focust op een aantal subcategorieën van executieve functie: plannen, mentale flexibiliteit, inhibitie en zelf-regulatie.
In dit geval draaien ze het dus eigenlijk om. Executieve disfunctie is geen symptoom van autisme, maar een verklaring van autisme. Dat terwijl veel autisten het zelf meer een symptoom vinden– en een lastige ook.
Alles wat ik genoemd heb over executieve functies bij autisme moet je nemen met een korreltje zout. Waarom? Omdat er ondertussen zoveel studies zijn gedaan over executieve (dis)functie bij autisme en er nog steeds geen pijl op te trekken is.
Wat ik hiermee bedoel is dat de opzet van al deze studies steeds anders is. Hierdoor ontstaan er ook steeds wisselende resultaten en steeds weer een nieuw model. Over het algemeen lijkt het inderdaad dat de executieve functies bij mensen met autisme anders zijn dan bij neurotypische mensen, maar waarom dit precies is, is nog steeds een beetje vaag.
Executieve (dis)functie is zoveel lastiger dan het lijkt. Het is enorm complex en de link tussen autisme en executieve disfunctie is nog altijd onduidelijk. Het beste wat we kunnen op dit moment is gokken. Toch kom je met dit artikel al een heel eind met een antwoord op de vragen die in de inleiding gesteld zijn. Vind ik dan. Hopelijk begrijp je nu wat beter waar de disfunctie vandaan komt. Heb je meer vragen over executieve functies? Laat het me dan zeker weten!
Eetproblemen komen veel voor bij mensen met autisme. 46 tot 89 procent van de kinderen met autisme vertonen een afwijkend eetpatroon. Er zijn hier best […]
Read MoreEetproblemen komen veel voor bij mensen met autisme. 46 tot 89 procent van de kinderen met autisme vertonen een afwijkend eetpatroon. Er zijn hier best een aantal verschillende redenen voor. Waarom gaan autisme en eetproblemen vaak hand in hand? De oorzaken van eetproblemen bij mensen met autismespectrumstoornis gaan we uitgebreid bespreken in dit artikel.
Het is ruim bekend dat mensen met autisme extra gevoelig zijn voor prikkels (meer over de kenmerken van autisme vind je hier). Er zit een probleem in de sensorische prikkelverwerking. Hieronder valt uiteraard de prikkels van tast, smaak en geur. Mede hierdoor kunnen mensen met autisme een sterke voorkeur hebben voor bepaalde typen voedsel. We noemen dit voedsel selectiviteit.
Texturen, smaken, geuren, maar ook kleuren en vorm kunnen een bepaalde voorkeur hebben bij iemand met autisme. Er lijkt een sterke voorkeur uit te gaan naar bewerkt voedsel, snacks of andere etenswaren met veel koolhydraten. Als ze dan ook nog een beetje crunchy zijn, is het al helemaal feest.
Ook houden mensen met autisme gemiddeld gezien niet van groenten, fruit of dingen waar veel eiwitten in zitten. Vooral kinderen met ASS hebben veel moeite met deze voedsel selectiviteit. Zo’n 70 procent van alle kinderen met ASS heeft hier last van.
De ernst van deze voedsel selectiviteit verschilt ook nog per persoon. Bij autisme kunnen eetproblemen in lichte mate tot ernstige problemen die kunnen leiden tot gezondheidsklachten zoals ondergewicht of vermoeidheid door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen (meer oorzaken van vermoeidheid bij autisme vind je hier).
Een ander onderdeel van de prikkelverwerking kan zijn dat mensen met autisme niet zo goed in contact staan met hun hongergevoel. Ze kunnen het bijvoorbeeld niet herkennen, maar het kan ook zo zijn dat ze niet herkennen wanneer ze vol zitten. Dit kan leiden tot overeten en soms zelfs overgewicht.
Een ander kenmerk waar mensen met autisme om bekend staan, is het vasthouden aan bepaalde routines en rituelen. Ook dit kan zorgen voor eetproblematiek. Sommige mensen met autisme houden bijvoorbeeld alleen van producten van een bepaald merk of met een bepaalde soort verpakking.
Het kan ook zijn dat de voorkeur wordt gegeven aan een bepaalde bereidingswijze of presentatie van het eten. Soms willen ze per sé eten van hetzelfde bord en met hetzelfde bestek. Er kan zelfs een voorkeur worden gegeven aan plekken waar ze willen eten en dan ook niet ergens anders dan die plaatsen willen eten.
Sommige mensen met autisme hebben moeite met plannen. Dit kan ertoe leiden dat maaltijden vergeten worden of teveel hetzelfde zijn. Stug vasthouden aan routines met eten kan ervoor zorgen dat er niet of minder gegeten wordt als het niet voldoet aan de eisen die iemand stelt.
Koken en boodschappen doen, kunnen ook problemen geven. Boodschappen doen in een supermarkt waar het ontzettend druk is, kan veel prikkels geven. Zo stellen mensen met autisme dit vaak uit of gaan ze helemaal niet. Voor sommigen is het überhaupt heel moeilijk om te beginnen met het koken van eten (meer over executieve functies bij autisme vind je hier)
Koken is natuurlijk één en al multitasken. Daar zijn we niet heel goed in. Het kan druk worden en chaotisch. Ook kan het heel messy en vies worden en daar zijn we niet van gediend. Koken kan dus een hele prestatie zijn waar veel mensen met autisme moeite mee hebben. Uiteraard stellen we ook dit uit of gaan we voor makkelijk te maken, maar eenzijdige maaltijden. Dit kan weer leiden tot een tekort aan voedingsstoffen.
Nieuwe dingen proberen is ook vaak wat moeilijk. Zo ook het proberen van nieuwe recepten en voedingswaren. Afwijken van ons vertrouwde eten kan een heel goed iets zijn, maar ook iets heel moeilijks.
Sommige autisten hebben ook een een bepaalde routine of ritueel dat te maken heeft met de hoeveelheid calorieën dat binnenkomt. Het kan overeenkomsten hebben met symptomen van eetstoornissen waaronder het obsessief bezig zijn met body image of het limiteren van calorieën. Dit zorgt natuurlijk ook voor problemen.
Voor sommigen kan dit zelfs een soort special interest zijn– calorieën dan. Wel zal je zien dat als er symptomen ontstaan van een eetstoornis dat het dan een obsessie wordt en ze aan niks anders meer kunnen denken (meer over of iets een special interest of obsessie is lees je hier!).
Kinderen met autisme, en soms ook volwassenen met autisme, kunnen nog wel eens problemen hebben met de motoriek. Dit kan fijne motoriek of grove motoriek zijn. Onder motoriek valt ook het kauwen en doorslikken van voedsel. Als mensen met autisme dit moeilijker vinden, kunnen ook hier eetproblemen ontstaan.
De motoriek kan ook moeilijker worden als je een slecht gebit hebt. Veel mensen met autisme hebben een hekel aan de tandarts en aan de prikkels en geluiden die daarbij horen. Zo kunnen ze angstig zijn en helemaal niet meer naar de tandarts gaan. Dan gaat de kwaliteit van je gebit achteruit en kan het kauwen lastiger worden– en eten dus ook.
Wat uiteraard een domper kan zijn op je eetplezier is het hebben van maag-darmproblemen. Veel studies hebben gevonden dat mensen met autisme meer maag-darmproblemen hebben dan mensen zonder autisme. Een aantal studies hebben gevonden dat dit niet zo is, maar veruit de meeste studies zeggen dat er wel een link is. Deze studies zorgen ervoor dat het percentage wisselt tussen 9 en 91 procent.
Constipatie, diarree en allergieën zijn enkele voorbeelden van problemen die zich voordoen bij mensen met autisme. Veel van deze problemen worden veroorzaakt door dysbacteriose– dat betekent een afwijkende samenstelling van bacteriën– van de darmflora en hyperactieve immuunreacties en ontstekingsreactie.
Uiteindelijk lijkt het erop dat veel mensen met autisme last hebben van verschillende eetproblemen. En dat is helemaal oké. Het gaat er uiteindelijk om dat je ermee leert leven en oplossingen vind voor deze problemen. Als je hulp nodig hebt hierbij moet je dat vooral vragen, want het gaat om je eigen mentale en fysieke gezondheid. Vrijwel niks is belangrijker dan dat.
Hopelijk heb je iets gehad aan dit artikel en herken je jezelf erin. Als je vragen hebt of opmerkingen– feel free to comment. Vergeet ook niet dit artikel op Socials te delen als je denkt dat anderen er ook wat aan hebben!
Ben je wel eens moe? Gaat je hoofd maar door en door, en kom je zo niet aan slapen toe? Als dat zo is- geen zorgen. Heel veel mensen met autisme zijn regelmatig erg vermoeid. Je bent niet de enige die hier moeite mee heeft. Maar hoe komt het nou eigenlijk dat juist autisten hier moeite mee hebben? Wat is de link tussen autisme en vermoeidheid?
Read MoreBen je wel eens moe? Gaat je hoofd maar door en door, en kom je zo niet aan slapen toe? Als dat zo is- geen zorgen. Heel veel mensen met autisme zijn regelmatig erg vermoeid. 50 tot 80 procent zelfs! Je bent niet de enige die hier moeite mee heeft. Maar hoe komt het nou eigenlijk dat juist autisten hier moeite mee hebben? Wat is de link tussen autisme en vermoeidheid?
Neurobiologische factoren zijn biologische factoren die te maken hebben met je zenuwstelsel. Wat blijkt? Mensen met ASS verschillen hierin met mensen zonder ASS (Meer over wat autismespectrumstoornis is, vind je hier).
Er zijn aanwijzingen dat 20 tot 50% van mensen met autisme een bepaald verandering hebben in één van de genen die codeert voor de neurotransmitter GABA. Deze boodschappenjongen van het zenuwstelsel zorgt voor een betere en diepere slaap. Dit komt omdat het eigenlijk je zenuwen remt of kalmeert. Dan snap je wel dat je beter slaapt!
Serotonine is ook een neurotransmitter die zich bezig houdt met onder andere het slaap-waakritme. Er zijn bij mensen met autisme verschillende problemen gevonden als het gaat om deze neurotransmitter. Soms zijn de levels van serotonine in het bloed te hoog, soms is de aanmaak of afbraak anders dan normaal en het kan ook zijn dat er in de genen een mutatie heeft plaatsgevonden.
Er zijn nog meer veranderingen gevonden in een aantal genen bij mensen met autisme. Deze genen zorgen bijvoorbeeld ook voor het slaap-waakritme, of voor de aanmaak van melatonine. Veel mensen kennen melatonine al als een soort slaapverwekker.
De levels melatonine helpen mede met het bepalen van het ritme tussen slapen en wakker zijn. De productie van melatonine ’s nachts is verminderd in mensen met autisme. Dit kan natuurlijk zorgen voor een ander slaap-waakritme en slaapstoornissen.
Melatonine wordt gemaakt uit serotonine en we hebben al besproken dat er afwijkingen rond serotonine. Onderzoekers hebben in een kleine studie gevonden dat het enzym dat serotonine omzet in melatonine afwijkend is. Hierdoor kan er minder melatonine gemaakt worden en ontstaan er slaapproblemen. In een grotere studie werd deze afwijking niet gevonden, dus laten we zelf deze reden voor slaapproblemen maar met een korreltje zout nemen– of melatonine.
De slaap cyclus bestaat uit de verschillende fases van het slapen waaronder het NREM, non-rapid eye movement, en de REM slaap. En uiteraard zouden we niet autistisch zijn als we hier niet ook problemen mee hadden. Een gestoorde slaap cyclus en minder REM slaap zijn slechts twee voorbeelden van afwijkingen in de slaap cyclus van mensen met autisme.
In een studie met kinderen met autisme werd ook gevonden dat de hoeveelheid slaap dat een kind kreeg verminderde vanaf dat het 30 maanden oud was. Deze dalende lijn zette voort tot ze jongvolwassen waren geworden. Een andere studie merkte geen verschil tussen controlegroepen en kinderen met autisme, dus ook dit hoeven we nog niet al te serieus te nemen.
Er zijn ook een aantal oorzaken voor autisme en vermoeidheid die meer met de medische kant te maken hebben. Mensen met autisme hebben vaak moeite met het voelen van bijvoorbeeld pijn. Ze voelen het wel, maar ze kunnen niet goed omschrijven waar het vandaan komt. Dit kan ertoe leiden dat ze gewoon met deze ongemakken naar bed gaan en er geen aandacht voor vragen. Natuurlijk leidt dit tot een tekort aan slaap, want slapen wanneer je ongemakkelijk bent is erg moeilijk.
Er zijn mensen met ASS die medicijnen gebruiken voor hun autisme. Medicatie kan werken met het voorkomen van overprikkeling en het op orde brengen van gedachten. Ook kan het tegen bepaalde comorbide stoornissen werken als depressie en ADHD. Sommige van deze medicijnen kunnen leiden tot vermoeidheid.
Medicijnen als antidepressiva zorgen vaak voor insomnie, of niet kunnen slapen. Andere medicijnen die juist meer stimulerend zijn, zoals methylfenidaat, kunnen zorgen voor inslaap-problemen- Ook logisch. Antidepressiva kan ook de slaap ten goede komen. Het hangt dus heel erg af van welk type antidepressiva je hebt.
SNRI’s en SSRI’s zijn best wel bekende classificaties van antidepressiva. Hieronder vallen bijvoorbeeld Fluoxetine, Paroxetine, Sertraline en Escitalopram van de SSRI’s en Duloxetine van de SNRI’s. Beide deze categorieën van antidepressiva hebben hun werking op slaap via serotonine. Ze verminderen de heropname van serotonine en zorgen zo voor een verminderde REM slaap en mindere mate van slaap continuïteit.
De SNRI’s zorgen ook voor extra overdracht van de neurotransmitters noradrenaline en dopamine. Die eerste heeft natuurlijk te maken met vecht of vlucht– en uiteraard ga je dan niet slapen. Gelukkig duurt deze slapeloosheid door antidepressiva vaak maar een aantal weken. Het kan helaas wel voorkomen dat de slapeloosheid doorzet en dan is het belangrijk om dit te bespreken met je psychiater en van medicatie te wisselen.
Benzodiazepinen helpen met het relaxeren van spieren, maar ze kunnen ook zorgen voor het doorbreken van impulsen. Ze grijpen aan op het GABA-systeem. We hebben eerder natuurlijk al besproken dat dit systeem verstoord is bij mensen met autisme. Zo kunnen er ook effecten optreden bij het gebruik van benzodiazepinen. Het zou fijn zijn als hier meer onderzoek over zou worden gedaan, want deze specifieke effecten zijn vooral vanuit klinische ervaring en dus niet echt wetenschappelijk.
Vermoeidheid zorgt voor angst en angst weer voor extra vermoeidheid…
Naast biologische factoren, medische verklaringen en medicatie zijn er ook nog bepaalde factoren die te maken hebben met gedrag. Sommige gedragingen kunnen ervoor zorgen dat je vermoeid wordt.
Het is misschien een inkoppertje, maar als onze vaste patronen en routines voor het slapengaan verstoord worden… dan wordt onze slaap ook verstoord. Er komen veel factoren kijken bij het in slaap vallen van mensen met autisme. Ons ritueel moet gedaan zijn, onze nachtkleding moet goed zitten en mag niet teveel kriebelen, de kamer moet op de juiste temperatuur zijn en zo heeft iedereen wel iets.
Als iemand überhaupt geen slaaproutine heeft ontwikkeld, kan het ook lastig worden om te slapen. Dit komt omdat de hersenen dan niet goed tot rust kunnen komen via zo’n routine wat de slaap ook weer kan opschorten.
Veel mensen met autisme kunnen zelfs weerstand bieden tegen het slapen. Dit kan bewust of onbewust zijn. Je kan bijvoorbeeld bewust weerstand bieden, omdat je om wat voor reden dan ook bang bent om te gaan slapen. Ook kan het onbewust zijn, omdat je overprikkeld bent of je gedachten maar blijven racen.
Vooral dit laatste komt natuurlijk veel voor bij mensen met autisme. Wanneer iemand overprikkeld is, kan dit sowieso al veel energie van hen vragen. Hierdoor worden ze moe, maar kan het ook zijn dat ze problemen hebben met in slaap komen. Dit komt vaak omdat het teveel aan prikkels en gedachten overlopen en interferen met het slapen.
Als een persoon met autisme veel en repetitieve gedachtes heeft voor het slapen gaan, zoals intrusive thoughts, kan het ook de slaap verminderen. Hierdoor kan er heel reactief gereageerd worden op emoties wat ook het in slaap vallen zal hinderen. Het niet kunnen remmen van deze gedachten valt onder de executieve functies (meer over executieve functies lees je hier)
Ook van het maskeren en camoufleren dat veel zogenaamde ‘hoogfunctionerende’ autisten doen, kun je enorm moe worden (meer over hoogfunctionerend autisme vind je hier). Het vergt veel energie om te doen alsof je normaal bent. We moeten ons continu aanpassen aan de buitenwereld en wat zij van ons verwachten. Het is logisch dat dit energie vreet.
Sommige mensen met ASS die te weinig dagritme hebben, kunnen moeite ervaren met slapen, omdat ze niet genoeg fysieke vermoeidheid voelen. Dit kan komen door te weinig doen op een dag, maar ook door hyperactiviteit van teveel doen op een dag. En balans vinden kan best een moeilijke taak zijn voor mensen met autisme.
Er zit altijd water in mijn emmer…
Op Instagram heb ik een kleinschalig onderzoekje gedaan over autisme en vermoeidheid onder mijn volgers. Ik vroeg me af hoeveel mensen er last hadden van vermoeidheid en of ze medicijnen gebruikten om hier beter mee om te gaan. Ongeveer 58% van de ondervraagden gaf aan dat ze vaak erg vermoeid zijn. Hiernaast gaf bijna 50% van de ondervraagden aan om soms uitgerust wakker te worden. 13% gaf aan dat ze zelfs NOOIT uitgerust wakker werden. Dit is natuurlijk erg zorgwekkend.
Ongeveer 65% van de ondervraagden gaf aan geen medicatie te gebruiken om beter in slaap te kunnen komen. De rest gaf aan wel medicatie te gebruiken. Ik vraag me af of medicatie ook voor iedereen wel zou werken of niet, maar het blijft natuurlijk een persoonlijke keuze. Toch denk ik dat sommigen wel hun voordeel zouden kunnen halen uit slaapmedicatie, al is het maar om die 13% iets omlaag te krijgen van ‘nooit’ naar ‘soms’.
Ik ben eigenlijk altijd moe en nooit uitgerust. Inslapen en doorslapen zijn een groot probleem.
Het lastige is dat we als het gaat om vermoeidheid en hoe dit werkt grotendeels lopen te gissen. We weten namelijk nooit 100 procent zeker of de studies kloppen. Wel kunnen we ervan uitgaan dat wanneer het grootste deel van de studies het ene zegt, dat het dan niet het andere is. Veel meer onderzoek is nog nodig om een beter beeld te krijgen van wat autisme en vermoeidheid met elkaar te maken hebben, maar we zijn goed op weg.
Was dit artikel goed te begrijpen? En vinden jullie het fijn als ik vaker de wetenschap in duik voor zo’n onderwerp of wil je zelfs nog dieper? Laat het me dan zeker even weten! Ennuh, als iemand nu zegt dat je lui bent als je moe bent, kan je ze dit artikel laten lezen. Je kan er namelijk vrij weinig aan doen als het in je genen zit!
Bronnen:
Interesses spelen een grote rol bij autisme. Een special interest wordt het in het Engels genoemd. Vaak zijn het intense interesses die niet altijd even gewoon zijn. Vaak weten we er veel van af en kunnen we uren doorgaan over datzelfde onderwerp. Maar wanneer is het een special interest en wanneer wordt het een obsessie?
Read MoreInteresses spelen een grote rol bij autisme. Een special interest wordt het in het Engels genoemd. Vaak zijn het intense interesses die niet altijd even gewoon zijn. Vaak weten we er veel van af en kunnen we uren doorgaan over datzelfde onderwerp. Maar wanneer is het een special interest en wanneer wordt het een obsessie?
Een special interest komt vaak voor bij mensen met autisme. Het is een intense focus op een bepaald onderwerp. Uiteraard kunnen het ook meerdere onderwerpen zijn. Het blijkt dat mensen met autisme meer specifieke interesses hebben. Ook hebben ze over het algemeen meer interesses dan neurotypische mensen. Deze special interests kunnen van alles zijn. Van TV-series tot personen en van wiskunde tot mechanica.
Het nut van zo’n special interest is dat het vaak een kalmte met zich meebrengt. Die kalmte kan een fijne stress-reliever zijn na een prikkelende dag. Ook kan het helpen om overprikkeling tegen te gaan. Verder kan het een toegang zijn tot vriendschappen. Mensen met autisme hebben vaak meer dan genoeg te vertellen over deze interesses en kunnen dan ook superfijn praten met mensen die gelijke interesses hebben.
Special interests hoeven niet per sé jaren te duren. Ze komen en gaan. Soms duurt het dagen, soms weken, soms maanden en soms kan het zijn dat deze interesses jaren duren. Als de interesses zo sterk zijn dat ze jaren duren, besluiten sommige mensen met autisme om een carrière op te bouwen in hun expertise.
Op dit moment is bloggen voor mij een special interest! Ik vind het superleuk om erover te leren en te oefenen. Elk onderwerp dat valt onder het bloggen heb ik al opgezocht en bekeken. Nu hopen we natuurlijk dat dit een special interest is dat nog jaren blijft.
We zijn het erover eens dat special interests nodig zijn voor autisten om te ontprikkelen en orde in de chaos te scheppen. Wanneer is het een special interest of obsessie? Een obsessie is een bepaald gedrag dat iemand niet kan stoppen. Vaak worden ze niet vrolijk van dit gedrag en zouden ze best willen stoppen, maar lukt dat niet. Deze obsessie zorgt voor problemen. Het kan bijvoorbeeld de mentale gezondheid en het leervermogen beïnvloeden. Een obsessie kan ook problemen geven voor anderen.
Wanneer een special interest een obsessie lijkt te worden, is het goed om hulp te zoeken. Vooral wanneer je merkt dat je aan niks anders kan denken dan deze obsessie en het voor problemen begint te zorgen, is het goed om aan de bel te trekken. Je kan proberen om een timer te zetten wanneer je ermee bezig bent en zo de tijd te beperken. Een obsessie is uiteindelijk vaak een vorm van angst. Met angsten kan je geholpen worden.
Ik weet hoe moeilijk het kan zijn om een obsessie los te laten. Toen ik in een diagnostisch proces zat was ik ongezond overtuigd dat ik Borderline had. Alle boxjes tikte ik aan, dus het kon in mijn autistische brein niks anders zijn. Na een hele tijd en een definitieve diagnose van autisme en hooggevoeligheid kon ik dit pas een beetje loslaten. Nog steeds komt het soms op in mijn gedachten. En dat is oké.
De lijn tussen een special interest of obsessie is soms moeilijk te bepalen. Special interests zijn nodig voor mensen met autisme om de wereld aan te kunnen, maar ze zijn uiteraard niet verplicht om te hebben. Wanneer het een obsessie dreigt te worden, ontstaan er problemen. Het is niks om je voor te schamen, maar vraag wel hulp. Heb jij een special interest? Laat me weten waar jouw interesses liggen en of ze soms wel eens een beetje een obsessie worden! Zouden jullie het handig vinden om tips te krijgen over hoe je omgaat met een obsessie en hoe je er vanaf kan komen?
Bronnen:
De band met je ouders kan lastig zijn. Het kan voelen als een verplichting om van ze te houden. Vooral met autisme is het niet altijd makkelijk. Misschien zou het beter gaan als ze je zouden begrijpen. Dit zouden ouders moeten weten over autisme.
Read MoreAutisme is lastig te begrijpen. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor de mensen om ons heen. Zo ook onze ouders. Hierdoor kunnen mensen met autisme zich vaak erg eenzaam en onbegrepen voelen. Dit moet toch anders kunnen? Dit zijn 5 dingen die ouders, en anderen, zouden moeten weten over autisme.
Wat ouders moeten weten, is dat ‘normaal’ niet bestaat. Vaak worden we neergezet als mensen die niet normaal zijn en zich niet normaal kunnen gedragen. Het is erg moeilijk om dit te horen. Je voelt je continu buitengesloten van de rest van de wereld. Het kan erg eenzaam zijn en het kan voelen alsof niemand je begrijpt. Vele van ons zullen dan ook proberen om wel te voldoen aan het normaal beeld. Ze zullen zich zodanig aanpassen aan de rest van de maatschappij dat ze er zelf aan onderdoor gaan. De hoeveelheid energie dat het vergt om je ‘normaal’ voor te doen is onwijs groot en daarom ook niet vol te houden.
Is normaal überhaupt wel een ding? Iedereen lijkt te willen voldoen aan een bepaalde standaard en probeert zich daar aan aan te passen. Dat betekent ook dat eigenlijk niemand echt normaal is, want als iedereen zich aan moet passen, is dus niemand echt normaal. En als normaal niet bestaat, dan is het niet normaal zijn toch eigenlijk het normaal? Het zou zoveel schelen als wij, mensen met autisme, ons niet verplicht zouden voelen om ons te vormen naar wat verwacht wordt.
Veel ouders lijken nog niet door te hebben dat we nooit zullen zijn zoals ze willen dat we zijn. We zijn nou eenmaal anders dan de meesten, maar probeer ons hier in te ondersteunen in plaats van ons te forceren om te veranderen. Ik snap dat het moeilijk is om te begrijpen waar wij doorheen gaan en misschien is het ook wel moeilijk om te accepteren dat we niet het kind zijn dat je had verwacht. Toch is het voor ons vele malen moeilijker om te leven in een wereld die ons niet begrijpt en niet om ons lijkt te geven.
Wat ouders moeten weten is dat overprikkeling hel is en het kan lang aanhouden. Het duurt lang voor het weggaat als je niet goed weet hoe je moet ontprikkelen. Zelfs als je wel weet hoe je het beste kunt ontspannen, kan het nog moeilijk zijn. De mate van overprikkeling speelt hier een grote rol in. Er zitten gradaties van hoe overprikkeld je kan zijn: soms een beetje, soms heel veel. Te veel overprikkeling kan leiden tot een meltdown. Wanneer dit gebeurt, ben je nog langer bezig om er weer bovenop te komen.
Het is dus belangrijk om ons de tijd te geven die we nodig hebben om te herstellen van al die prikkels. We komen vanzelf wel weer bij je terug als we ontprikkelt zijn. Probeer in de tussentijd niet te veel van ons te vragen, want dat kan averechts werken. Normale mensen hebben ook rust en ruimte nodig om zich op te kunnen laden, dus waarom zouden wij die tijd niet krijgen? Het duurt vaak alleen wat langer bij ons.
Wat ouders moeten weten is dat wat ze zeggen impact heeft. We weten heel goed dat we anders zijn dan anderen. We weten heel goed dat we andere behoeften hebben dan anderen. Wat we nodig hebben is steun en acceptatie van diegenen die het dichtst bij ons staan. Durf in de spiegel te kijken als we vragen of je iets wil veranderen en schiet niet meteen in de verdediging.
Alles wat je zegt nemen we in ons op. Wanneer we overprikkeld zijn en we hebben ruimte nodig, geef ons dan die ruimte. Vertel ons niet dat het allemaal zo erg niet is, dat we prima kunnen functioneren in de samenleving. Zeg ons niet dat we geen hulp nodig hebben als we hoogfunctionerend lijken te zijn. Het is belangrijk dat we begrepen worden en onszelf mogen zijn. Zonder verwijten.
Zelfs al zeg je niet letterlijk dat wat we voelen niet echt is, kan het voor ons nog wel overkomen alsof je dat zegt. Door onze problemen af te wimpelen en te zeggen dat ‘iedereen wel een beetje autistisch is’ of zeggen dat jij ook last hebt van dat specifieke probleem… Dat helpt ons niet. Dat gaat ons niet helpen met het probleem dat we hebben. Het enige wat dat doet is ervoor zorgen dat we ons niet serieus genomen voelen.
Wat ouders moeten weten is dat het niet altijd volledig hun fout is. Het is moeilijk om toe te geven dat niet alles hun schuld is. Het is niet makkelijk om met een autistisch kind te leven en ons op te voeden. We zijn ook niet makkelijk. We kunnen door overprikkeling enorm chagrijnig zijn en dat afreageren op onze ouders. Meltdowns zijn ook verschrikkelijk. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor degenen om ons heen. Het kan moeilijk zijn om te bepalen wat we nodig hebben als we zelf het antwoord daarop niet weten. Ons helpen kan dan ook erg moeilijk zijn.
Er was, en is nog steeds, een groot gebrek aan begrip en communicatie. Je bent niet alleen als je je zo voelt. Het is oké. Probeer hulp te vragen en die kloof te verkleinen. Ook als de kloof te groot is kan je nog steeds hulp vragen om juist afstand te creëren. Zelfs als je midden in een soort haat-liefde relatie zit met je ouders kom je hier wel weer doorheen. Uiteindelijk komt aan alles een einde. Deze fase van je leven gaat weer voorbij.
Wat is jouw relatie met je ouders? Heb je ook wat moeite met communicatie of kan je juist heel goed praten? Als je je deze punten herkent, maar je durft je ouders niks te zeggen, deel dit artikel dan met ze. Misschien kan je het ze op die manier vertellen.
Mensen met autisme hebben vaak last van executieve functies, of het beginnen aan dingen. Dit kan impact hebben op de persoonlijke verzorging. Hier zijn 5 tips voor betere zelfverzorging.
Read MoreMensen met autisme hebben vaak last van executieve functies, of het beginnen aan dingen. Dit kan natuurlijk ook impact hebben op het verzorgen van jezelf. Het kan bijvoorbeeld moeilijk zijn om een routine in te bouwen of om consequent je tanden te poetsen of je haren te wassen. Als dit zo is bij jou… I’ve got you! Hier zijn 15 tips voor een betere zelfverzorging:
Als je elke dag rond dezelfde tijd je tanden gaat poetsen of je haren gaat kammen, wordt het makkelijker om een routine hierin te vinden. Schrijf het in je agenda of in je dagplanning wanneer je je ochtend- en avondritueel wil doen, en ook wat je dan wil doen.
Als je je tanden poetst terwijl je wat scrolt op je mobiel of je haren kamt tijdens het tv kijken, gaat het allemaal net wat makkelijker. Je kan ook een muziekje of podcast opzetten tijdens het douchen. Misschien vind je het dan wel zo leuk dat je nooit meer onder de douche vandaan komt!
Het creëren van een routine kan best wel lastig zijn, maar is toch een goede tip om rekening mee te houden. Wanneer je een routine maakt, gaat alles uiteindelijk zo goed als vanzelf. Executieve functies zijn lastig, maar niet onmogelijk (meer weten over wat executieve (dis)functie inhoud? Lees dan hier)
Als je het geluid van het trillen van een tandenborstel niet uit kan staan, is het een idee om oordopjes in te doen.
Ook kan je met een handtandenborstel gaan poetsen. Een handtandenborstel is ook beter als je niet tegen het gevoel van een elektrische tandenborstel kan.
Verder irriteert de smaak van mint je misschien als je je tanden poetst. Probeer dan eens kindertandpasta. Deze soorten tandpasta zijn vaak milder van smaak en daardoor minder prikkelend.
Als je niet de moeite wilt doen om 3 minuten te poetsen, kan je altijd beginnen met één minuut.
Douchen kan ook een prikkel zijn. Zoals hiervoor gezegd wordt dit makkelijker gemaakt door 2-in-1 of 3-in-1 producten te kopen. Zo maak je het zo makkelijk mogelijk voor jezelf om over die drempel van het douchen te komen. Je hoeft zo weinig moeite te doen om alles gedaan te krijgen.
Een muziekje of podcast kan je ook een beetje afleiden van het geluid en laat de tijd sneller voorbij gaan.
Als je last hebt van het geluid is een regendouche misschien een oplossing. Deze voelen vaak zachter en zijn vaak ook minder luid.
Een douchekop met verschillende standen kan ook helpen met verschillende behoeften. Een stevige straal of een zachtere straal bijvoorbeeld.
Bij het borstelen van je haren kan je een anti-klit borstel gebruiken voor minder pijn en een minder trekkend gevoel.
Je kan natuurlijk ook een wat meer drastische maatregel nemen en je haar kort laten knippen of zelfs scheren. Er zijn genoeg leuke, korte kapsels om uit te kiezen.
Droogshampoo kan ook een uitkomst bieden. Als je haar vet is, maar je hebt geen zin of tijd om te douchen, kan je altijd wat droogshampoo gebruiken om er toch fris uit te zien.
Probeer niet teveel te willen in één keer, maar bouw het rustig op. Als je teveel wilt doen, is de kans dat het mislukt vele malen groter.
Er zijn genoeg dingen om te veranderen als je beter jezelf wil verzorgen. Voor mensen met autisme is dit nou eenmaal wat lastiger dan voor anderen. Deze tips werken voor mij en hopelijk zit er eentje tussen die jou ook helpt. Al is het maar één van de suggesties die ik geef. Uiteindelijk moet je natuurlijk ook wat discipline en doorzettingsvermogen hebben, maar deze tips zijn ervoor gemaakt om hier minder van nodig te hebben. Voor nog meer tips kun je kijken in mijn artikel: omgaan met executieve disfunctie, 21 tips.
Hebben deze tips je geholpen? Of heb je nog andere tips die misschien iemand kan helpen? Laat het weten in de comments!
Je hebt er vast wel eens van gehoord. Hoogfunctionerend autisme. Ook hebben veel mensen van laagfunctionerend autisme gehoord. Er is al een hele tijd een strijd gaande tussen mensen die deze labels slecht vinden en mensen die ze juist heel fijn vinden.
Read MoreJe hebt er vast wel eens van gehoord. Hoogfunctionerend autisme. Ook hebben veel mensen van laagfunctionerend autisme gehoord. Er is al een hele tijd een strijd gaande tussen mensen die deze labels slecht vinden en mensen die ze juist heel fijn vinden. En beide kanten komen met goede argumenten. Wat zijn die argumenten precies? En zijn de labels hoogfunctionerend of laagfunctionered autisme nou slecht of niet?
Wanneer mensen denken aan hoogfunctionerend of laagfunctionerend autisme denken ze vaak bij hoogfunctionerend aan mensen met een gemiddeld of boven gemiddeld IQ. Ze denken aan mensen die zich prima kunnen redden in deze samenleving. Vaak merk je niet eens dat ze autistisch zijn tot ze je dit vertellen. Ze zien er ‘normaal’ uit en ze praten ook ‘normaal’. De meeste mensen met autisme die zich herkennen in dit label, zullen een redelijk normaal leven leiden. Redelijk. Dat betekent dat ze ook echt nog wel problemen hebben.
Er is een kans dat veel vrouwen zich in dit label herkennen, of in ieder geval dat de wereld dit label op veel vrouwen met autisme plakt. Dit komt omdat vrouwen met autisme hun problemen internaliseren en hierdoor vaak niet eens gediagnosticeerd worden (Meer weten wat vrouwen tegenwerkt bij een diagnose? Lees het hier). Het lijkt dus net alsof ze helemaal oké zijn en maar weinig problemen ondervinden.
Het feit dat ze zogenaamd ‘hoogfunctionerend’ zijn zegt iets over hoe ze zich gedragen tegenover de buitenwereld. Het zegt iets over hoeveel hulp ze nodig hebben en hoe ‘goed’ ze dus eigenlijk functioneren. Het probleem met dit label is alleen dat deze mensen worden overschat. Ze hebben autisme. Dit betekent dat ze zeker wel moeite hebben met sociale interactie. Of dat ze moeite hebben met het verwerken van informatie en prikkels. Alleen ziet de buitenwereld dat niet, omdat ze zich zo normaal gedragen.
Autisten die hoogfunctionerend zijn kunnen zich ontzettend gefrustreerd voelen. Ze voelen zich eenzaam en niet serieus genomen. Dat is natuurlijk niet voor niks, want het is de waarheid. Ze zijn hoogfunctionerend en kunnen zichzelf dus prima redden, maar dat is niet zo. Hoewel de meesten een redelijk normaal leven leiden, heeft elke autist zijn eigen problemen in verschillende gebieden van het leven. Sommigen kunnen hun huis niet goed schoonhouden, anderen hebben moeite met zichzelf verzorgen en weer anderen kunnen de prikkels van het werkleven niet (goed) verdragen. Zo heeft iedereen met autisme zijn eigen problemen, ook al zijn ze dan hoogfunctionerend.
Het feit dat er een ‘hoogfunctionerend’ bestaat betekent ook dat het tegenovergestelde bestaat. Laagfunctionerend. Van deze mensen verwacht de samenleving niet veel. Ze zullen niet bijdragen aan de maatschappij door te werken en ze zullen leven van het belastinggeld van mensen die wel wat bijdragen. Ze leven in een inrichting met 24/7 hulp beschikbaar en ze zijn niet echt slim. Praten gaat hen moeilijk af en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dit beeld is wel heel stereotype natuurlijk, maar jammer genoeg niet eens overdreven. Er zitten verschillende gradaties in ‘laagfunctionerend’ zijn. Van mensen die nog wel redelijk kunnen praten tot mensen die eigenlijk verstandelijk gehandicapt kunnen zijn. Het is zo jammer dat er zo wordt gedacht over deze categorie mensen. Hoe zullen zij zich voelen als je tegen hen zegt ‘jij bent laag’, en dat continu.
Sommigen praten dan misschien niet veel of goed, maar ze zijn zo rijk aan gedachten. Ze denken na over dingen waar de normale mens nooit bij stil zou staan. Ze wonen dan misschien wel in een inrichting maar ze maken de mooiste dingen. De meeste kunnen niet werken of werken bij speciale bedrijven, maar ze hebben zoveel meer vaardigheden dan dat de samenleving denkt dat ze hebben. Alleen krijgen ze nooit de kans om zich hierin te ontplooien. Ze krijgen de kans niet om hun steentje bij te dragen aan de samenleving- op wat voor manier dan ook- omdat men simpelweg niet denkt dat ze dat kunnen.
Je zou zeggen dat iedereen die dit leest, zal denken dat de labels hoogfunctionerend en laagfunctionerend autisme inderdaad schadelijk zijn. Toch vind ik het moeilijk om echt te zeggen dat ze slecht zijn, want eigenlijk zijn die labels toch ook gewoon de waarheid? Niet op de manier waarop je denkt dat ik het bedoel. Ik denk namelijk dat we het stereotype een beetje aan moeten passen. De definities van hoogfunctionerend en laagfunctionerend autisme sluiten elkaar namelijk niet uit in mijn ogen. Ze kunnen tegelijk bestaan, want waar de één misschien hoogfunctionerend in is, kan de ander laagfunctionerend in zijn. Dit betekent alleen niet dat het in andere gebieden van het leven niet andersom kan zijn.
Deze labels zijn niet per sé slecht. We denken er alleen te star in, te zwart-wit. Nu zijn autisten daar ook heel goed in, maar toch. Iedereen is hoogfunctionerend in het een en laagfunctionerend in het ander, maar niemand is puur het één of de ander. Deze denkwijze zorgt er inderdaad voor dat mensen met autisme en mensen zonder autisme zich aan andere zijden van de samenleving bevinden. Op deze manier wordt het gat tussen neurodivers en neurotypisch nooit gedicht- wordt het nooit normaal.
Misschien heeft mijn mening je wel aan het denken gezet. Misschien ben je het totaal niet met me eens. Dat kan én dat mag ook. Het zou zonde zijn als iedereen maar hetzelfde dacht. Hoe denk je er dan wel over? Ben je het eens met deze labels of vind je ze ook schadelijk? Laat het me weten en laat me ook meteen weten welke onderwerpen je nog meer over wil praten!
Vrouwen met autisme zijn in de minderheid. Vaak uit autisme zich anders bij vrouwen dan bij mannen. De diagnostiek schiet vrouwen tekort. De DSM 5 kenmerken uiten zich anders bij vrouwen met autisme, maar waarom? Hoe het komt dat de kenmerken van autisme ervoor zorgen dat vrouwen te weinig gediagnosticeerd worden leg ik je in dit artikel uit.
Read MoreVrouwen met autisme zijn in de minderheid. Vaak uit autisme zich anders bij vrouwen dan bij mannen. De diagnostiek schiet vrouwen tekort. De DSM 5 kenmerken uiten zich anders bij vrouwen met autisme, maar waarom? Hoe het komt dat de kenmerken van autisme ervoor zorgen dat vrouwen te weinig gediagnosticeerd worden leg ik je in dit artikel uit.
Het verschil in de hoeveelheid diagnoses tussen mannen en vrouwen is groot. Nu is de vraag natuurlijk waarom dit zo is. Er zijn hier twee theorieën voor bedacht. De eerste theorie zegt dat er iets is dat vrouwen beschermd tegen het ontwikkelen van autisme.
Dit klinkt misschien een beetje vaag. Deze theorie zegt eigenlijk dat vrouwen grotere risicofactoren nodig hebben om autisme te ontwikkelen dan mannen. De drempel voor het ontwikkelen van autisme door genetische- en omgevingsfactoren is dus hoger.
Een tweede theorie zegt dat er eigenlijk veel meer vrouwen de diagnose autisme zouden moeten krijgen dan die er nu gegeven worden. Dit zou te maken hebben met de huidige diagnostische criteria. Deze zouden minder goed aansluiten op hoe autisme zich presenteert in vrouwen.
De meeste criteria zijn nog steeds gebaseerd op de ouderwetse standaarden van autisme- zoals de Sheldon Cooper. Dit klopt natuurlijk niet meer. Vooral vrouwen met een gemiddeld of bovengemiddeld IQ krijgen niet snel de diagnose ASS.
Als we kijken naar de kenmerken van autisme zijn de basis kenmerken tussen mannen en vrouwen hetzelfde. Ook vrouwen hebben moeilijkheden met sociale situaties. Ze hebben beperkte, maar intense interesses of ongewone reactie op prikkeling. Het verschil is dat deze kenmerken zich anders uiten bij vrouwen. Vrouwen hebben vaak een grotere interesse in het sluiten van vriendschappen dan mannen.
Wel blijkt dat vrouwen meer moeite hebben in het sluiten van langdurige vriendschappen dan mannen. Conflicten lijken ook moeilijker te zijn voor autistische vrouwen dan autistische mannen. Hierdoor kan het lijken dat de autistische vrouw minder moeite heeft met sociale interactie dan een man.
Vrouwen met autisme hebben ook ‘special interests’. Waar de interesses van mannen met autisme vaak stereotype zijn, worden de interesses van vrouwen vaak als meer normaal gezien. Ze hebben dezelfde interesses als non-autistische vrouwen en daardoor worden deze interesses vaak onderschat als special interest. Deze interesses volgen vaak ook meer de normale ontwikkeling in leeftijdscategorie. (Special Interest of Obsessie? Lees meer hier)
Verder kan het diagnosticeren moeilijker zijn bij vrouwen, omdat vrouwen hun problemen vaak internaliseren. Ze houden hun problemen binnen. Dit terwijl mannen vaak hun problemen uiten in bijvoorbeeld uitbarstingen van agressie. Vrouwen met autisme hebben dan ook van comorbide stoornissen die te maken hebben met internalisatie. Denk aan zelfbeschadiging, eetstoornissen, etc. Deze stoornissen zijn vaak ook heftiger dan bij mannen. Dit kan ervoor zorgen dat de comorbide stoornis erkent wordt, maar dat het autisme- de oorzaak- wordt gemist.
Een andere belangrijke reden voor het missen van diagnoses is het fenomeen genaamd maskeren of camoufleren. Vrouwen met autisme zijn erg goed in het verbergen van hun autistische trekken. Ze nemen bijvoorbeeld de gezichtsuitdrukkingen of zinnen van anderen over. Soms forceren ze zichzelf om oogcontact te maken of om te stoppen met praten over hun interesses.
Op deze manier kunnen ze heel normaal overkomen, of hoogfunctionerend (meer over hoogfunctionerend en laagfunctionerend autisme vind je hier). Je zou het vaak niet merken dat vrouwen autisme hebben door dit camoufleren. Het is daarom niet bijzonder dat een diagnose gemist wordt.
Het kan erg vermoeiend zijn om continu maar te maskeren en te doen alsof je normaal bent (meer oorzaken van vermoeidheid vind je hier). Naast vermoeidheid zullen de prikkels zich op blijven stapelen. Dit betekent dat je in een continue staat van overprikkeling kan zitten (meer over overprikkeling hier). Dat kan leiden tot burn-out, depressies en andere klachten.
Veel vrouwen komen in de problemen door een gemiste diagnose. Vaak krijgen ze de verkeerde diagnose, zoals Borderline, of worden alleen de comorbide stoornissen gevonden en behandeld (meer over borderline en autisme hier). De oorzaak wordt dus niet aangepakt en de stoornissen komen dan ook telkens terug.
Vrouwen krijgen vaak pas na jaren in de GGZ de diagnose autisme. Zo zijn er veel vrouwen die pas in de dertig, veertig of vijftig de diagnose krijgen. Soms komt de diagnose autisme niet eens direct door hun eigen behandeltraject. Het komt ook voor dat hun kinderen gediagnosticeerd worden en dat het balletje daarna gaat rollen.
Wanneer ben jij gediagnosticeerd? Luchtte het op toen je de diagnose kreeg of wilde je het nog niet helemaal geloven? Ik hoop dat dit artikel je weer een stukje meer inzicht heeft gegeven in jezelf en de wetenschap achter je autisme.
Bronnen:
Is autisme een ziekte? Is autisme te genezen? Deze vragen worden nog vaak gegoogeld. Is autisme een kracht? Wat is de positieve kant van autisme? Ook deze vragen worden vaak opgezocht. Het zijn twee kanten die totaal tegenover elkaar lijken te staan. Maar staan ze wel echt tegenover elkaar?
Read MoreIs autisme een ziekte? Is autisme te genezen? Deze vragen worden nog vaak gegoogeld. Is autisme een kracht? Wat is de positieve kant van autisme? Ook deze vragen worden vaak opgezocht. Het zijn twee kanten die totaal tegenover elkaar lijken te staan. Maar staan ze wel echt tegenover elkaar? Of kunnen ze misschien ook tegelijk voorkomen? En is autisme een ziekte of een kracht?
Om de vraag te beantwoorden of autisme een ziekte is, kunnen we beter bij het begin beginnen. Wat is ziekte eigenlijk? En wat is gezondheid? Eén van de huidige definities van gezondheid luidt als volgt:
Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
– Dr. Machteld Huber in samenwerking met de Gezondheidsraad, 2014
Een definitie voor ziekte is dan ook makkelijk op te stellen. Schrijf het tegenovergestelde op. Vervang het woord ‘vermogen’ door ‘onvermogen’ en je hebt een definitie voor ziekte. Normaal gesproken zullen deze definities van ziek en gezond prima samengaan, maar- uiteraard is er een maar- wanneer juridische kwesties opduiken wordt weer een andere definitie gebruikt. Deze definitie zegt dat ziekte een verstoring is van de gezondheid. Het is een fysieke of psychische afwijking of verstoring van het inwendige evenwicht wat noodzakelijk is voor normaal functioneren.
Als we deze definitie mogen geloven is autisme, in ieder geval juridisch, inderdaad een ziekte. En we kunnen autisme ook als ziekte zien in het licht van onvermogen tot aanpassen en een eigen regie te voeren op verschillende gebieden. Autisme wordt niet voor niks als een beperking gezien, vooral op sociaal gebied. Het grootste verschil tussen een ziekte en een beperking- in mijn ogen- is dat we een ziekte willen genezen. Wie gelooft dat autisme een ziekte is, zal zoeken naar een manier om het te genezen. Wie gelooft dat autisme een beperking is, zal willen leren ermee te leven.
Eerlijk is eerlijk. Met de hoeveelheid focus dat wordt gelegd op wat er misgaat in het brein bij autisme en de hoeveelheid studies die naar autisme worden gedaan, zou je zeggen dat de wetenschap het als een ziekte ziet. Gelukkig voor ons begint deze focus langzaam te verschuiven. Langzaam wordt autisme meer geaccepteerd in de samenleving en met die acceptatie verdwijnt de focus om te genezen een beetje naar de achtergrond. Hopelijk wordt de wetenschap nu gezet naar het begrijpen van autisme.
Het antwoord op de vraag of autisme een kracht is, is ook niet altijd even makkelijk. Autisme heeft zeker een aantal positieve kanten. Over het algemeen zijn we eerlijk en oprecht, we hebben vaak oog voor de kleinste details en als we eenmaal iets gevonden hebben om over te leren, kunnen we daar helemaal in opgaan. Er zijn genoeg mensen die van autisme hun kracht hebben gemaakt. Er is zelfs een boek met een vergelijkbare titel: De kracht van autisme. In een groot aantal beroepen kan het hebben van autisme best weleens van pas komen.
In mijn eigen studiegebied, diergeneeskunde, zie ik veel mensen met autistische eigenschappen voorbij komen. Het aantal van hen dat ook daadwerkelijk autisme heeft durf ik niet te zeggen. In de diergeneeskunde moet je heel precies kunnen werken. Ook kunnen de kleinste details juist tot een diagnose leiden. Je moet het maar kunnen vinden. Het is dan ook heel goed als je jouw autistische superpowers in kan zetten in je leven.
Uiteraard heeft autisme ook zijn nadelige kanten. Vaak zijn deze nadelige kanten ook aanwezig in grotere hoeveelheden. Autisme wordt namelijk niet voor niks een beperking of stoornis genoemd. Om maar even terug te komen op het voorbeeld van de diergeneeskunde. Contact met klanten is een heel groot onderdeel hiervan. Je ziet vaak veel emotie voorbijkomen, heftige emoties ook. Het kan vaak lastig zijn om hier goed op te reageren als je autisme hebt. Het kan overweldigend zijn en je moet vaak vele prikkels in een korte tijd verwerken. Laat dat nou net niet ons beste punt zijn.
Dus, is autisme een ziekte of een zegen? Ik zeg: geen van beide. Autisme is zeker geen ziekte. We hoeven het niet te genezen. Punt. Maar om nou te zeggen dat autisme een kracht is? Zeker niet altijd! Er zijn veel momenten waarop het hebben van autisme ronduit kut is. Ik zou het dan ook niet raar vinden als je op zo’n moment wenst dat autisme wel een geneesbare ziekte was. Daar zie ik helemaal geen schaamte in. I’ve been there. En ondanks dat autisme ook niet echt een zegen is, kan het zeker wel een kracht zijn. Er is ook geen schaamte in het trots zijn op je autisme. Zelfs als je je af en toe slecht voelt omdat iemand anders met autisme wél zoveel problemen ondervind. Eigenlijk zijn het zien van autisme als ziekte of als zegen twee kanten van dezelfde munt. Ze lijken tegenover elkaar te staan, maar ze kunnen zeker tegelijk voorkomen in een bepaalde balans.
En? Wat vindt jij van je autisme? Zie je het meer als een kracht, of zou je af en toe toch graag zonder willen leven? Ik ben benieuwd! Mocht je dit artikel nou interessant vinden- en denk je dat iemand anders dat ook zou vinden- deel dit artikel dan gerust.
Bronnen:
Wat is autisme precies? Autisme wordt ook wel autismespectrumstoornis genoemd, ofwel ASS. De diagnose autisme wordt gegeven aan de hand van verschillende kenmerken uit de DSM 5. In dit artikel vertel ik wat autisme is en aan welke DSM5 criteria moet worden voldaan om de diagnose te
Read MoreWat is autisme precies? Autisme wordt ook wel autismespectrumstoornis genoemd, ofwel ASS. De diagnose autisme wordt gegeven aan de hand van verschillende kenmerken uit de DSM 5. In dit artikel vertel ik wat autisme is en aan welke DSM5 criteria moet worden voldaan om de diagnose te krijgen.
Autismespectrumstoornis is de overkoepelende naam voor afwijkend gedrag dat zich uit in beperkingen of tekorten op sociaal gebied, flexibiliteit in doen en laten en het filteren en verwerken van informatie. Het is een ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat het is aangeboren.
Of autisme tot uiting komt hangt af van een combinatie van erfelijke- en omgevingsfactoren. Eigenlijk betekent het dat de hersenen van mensen met autisme net wat anders werken dan de hersenen van mensen zonder autisme.
Ze zorgen voor gedrag dat afwijkt van het ‘normaal’ en dus voor bepaalde kenmerken (Normaal bestaat niet- meer dingen die mensen en ouders moeten weten vind je hier). Deze kenmerken worden omschreven in de DSM 5- de bijbel van de psychische stoornissen- en kunnen leiden tot de diagnose autismespectrumstoornis.
In categorie A moet je aan alle kenmerken voldoen om kans te maken op de diagnose autisme. Het zijn er drie:
Categorie B is wat minder veeleisend. Je moet minimaal twee van de vier kenmerken hebben voor een de diagnose ASS. Dit zijn ze:
Autisme bij vrouwen wordt gediagnosticeerd met dezelfde kenmerken als hierboven gegeven. Toch worden er nog steeds minder vrouwen gediagnosticeerd. Vaak krijgen deze vrouwen de diagnose autisme ook later in het leven dan mannen. Autisme komt anders tot uiting bij vrouwen en de criteria sluiten hier niet goed op aan (meer over hoe deze criteria vrouwen met autisme tegenwerken vind je hier)
Autisme is een groot begrip. Het is niet makkelijk om te begrijpen. Laat staan dat het te begrijpen is voor de mensen om ons heen. Uiteindelijk is autisme een verzameling van verschillende kenmerken die ons het leven lastig maken. Samen gaan we werken om ons autisme te begrijpen en te accepteren. Welke informatie heb je nog nodig om het leven met autisme makkelijker te maken? Welke tips kan je nog gebruiken? Laat het me weten en ik ga voor je aan de slag!