
Executieve (dis)functies bij Autisme
Veel mensen met autisme hebben last van executieve functies. Dit noemen we executieve disfunctie. We gebruiken de executieve functies elke dag, dus als je er […]
Read MoreVeel mensen met autisme hebben last van executieve functies. Dit noemen we executieve disfunctie. We gebruiken de executieve functies elke dag, dus als je er moeite mee hebt is dit natuurlijk ontzettend lastig. Wat zijn die executieve functies precies? En wat is executieve disfunctie? Wat is de link tussen executieve disfunctie en autisme? Ik vertel het je allemaal in dit artikel!
Executieve functies
Executieve functies zijn een set neurocognitieve vaardigheden. Dit betekent dat deze vaardigheden te maken hebben met het functioneren van de hersenen. De executieve functies zorgen voor het (doel)bewust reguleren en controleren van je denken, doen en emoties.
Ze helpen je bij redeneren, doelbewust handelen, emotieregulatie en complexe sociale interacties. Verder zorgen ze ervoor dat je kan leren van- en je kan aanpassen aan veranderende situaties. Onder executieve functies vallen drie kerncomponenten: inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit.
Inhibitie
Inhibitie is precies wat het lijkt. Het zorgt ervoor dat we bepaalde dingen kunnen remmen. Dingen als onze impulsen, onze gedachten en het negeren van omgevingsprikkels– klinkt als een droom, nietwaar? Er zijn kortweg drie gebieden van inhibitie te onderscheiden.
De eerste is cognitieve inhibitie. Dit betekent dat we onszelf kunnen remmen op het gebied van gedachten en herinneringen. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
- Gedachten loslaten
- Stoppen met dagdromen
- Makkelijk herinneringen kunnen ophalen
De tweede is de gefocuste aandacht. Dit houdt in dat we onszelf kunnen remmen in perceptie of waarneming. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
- Geluiden negeren
- Ons focussen op één ding
- Bewegende beelden negeren
- Prikkels van binnen en buiten negeren
De derde soort inhibitie is de gedragsinhibitie. Zoals het woord al zegt remmen we hiermee ons gedrag. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
- Op tijd stoppen met praten
- Kunnen stilzitten
Werkgeheugen
Ons werkgeheugen zorgt ervoor dat we informatie tijdelijk kunnen opslaan en kunnen verwerken. Een beetje zoals het werkgeheugen van een computer dus. Binnen ons werkgeheugen onderscheiden we het verwerken van verbale informatie en non-verbale informatie. Een paar voorbeelden hiervan zijn:
- Kunnen begrijpen wat een ander zegt
- Lichaamstaal begrijpen
- Tussen de lijntjes lezen
- Kunnen herinneren wat je de dag ervoor gegeten hebt
Veruit de meeste studies verwijzen terug naar Baddeley’s studie uit 1986. Hierin legt hij uit dat er een soort centrale verwerker is voor het opslaan en verwerken van verbale informatie. Hiernaast is er een visueel-spatieel ‘werkblad’ die voor de non-verbale opslag en verwerking zorgt.
Cognitieve flexibiliteit
Cognitieve flexibiliteit zorgt ervoor dat we kunnen schakelen tussen verschillende perspectieven. Dit kunnen verschillende strategieën zijn voor het oplossen van een probleem, maar ook verschillende perspectieven op sociaal gebied. Hieronder een paar voorbeelden:
- Kunnen switchen tussen verschillende onderwerpen
- Flexibel zijn in dagindeling en planning
- Meer dan één manier proberen om een probleem op te lossen
Hogere-orde executieve functies
De drie kerncomponenten die hierboven zijn uitgelegd vormen samen de basis van de hogere-orde executieve functies. Deze functies zijn nog complexer. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
- Emotie regulatie
- Taakinitiatie
- Plannen
- Probleemoplossend vermogen
- Redeneren
- Timemanagement
Executieve disfunctie
Met wat er hiervoor besproken is, is het makkelijk om te definiëren wat executieve disfunctie is. Executieve disfunctie is het hebben van problemen of tekorten in de onderdelen die we hiervoor besproken hebben. Niets meer en niets minder. Mensen met autisme hebben hier vaak last van (meer over wat autisme is vind je hier)
Problemen met inhibitie kunnen zorgen voor het niet kunnen remmen van impulsen, gedachten, handelingen of emoties. Het kan ervoor zorgen dat gedachten en herinneringen niet geremd worden en dat bepaalde gedragingen en gewoontes niet doorbroken kunnen worden.
Hierdoor kan het zijn dat we:
- Impulsaankopen doen
- Dingen eruit flappen
- Meer gaan eten of emotie-eten (meer over autisme en eetproblemen vind je hier)
Als het werkgeheugen is aangetast zorgt dit voor een verstoorde verwerking van verbale en non-verbale informatie. Soms zijn deze problemen niet helemaal consistent en zijn ze de ene keer erger dan de andere keer, maar toch veroorzaken ze problemen. Problemen zoals:
- Vermoeidheid door prikkelverwerking (meer over de oorzaken van vermoeidheid bij autisme lees je hier)
- Niet kunnen herinneren wat je die dag ervoor gedaan hebt
- Geen samenvattingen kunnen vertellen
Als de cognitieve flexibiliteit is veranderd is, lukt het vaak niet goed meer om te wisselen van perspectief. Dit zorgt voor problemen als:
- Vasthouden aan patronen en routines
- Niet het perspectief van een ander kunnen begrijpen
- Niet kunnen multitasken
Problemen in inhibitie, werkgeheugen of cognitieve flexibiliteit zorgen ook voor problemen in de hogere-orde executieve functies. Met name dingen als plannen en organiseren kunnen verminderd zijn. Ook het redeneren of het oplossend vermogen kunnen minder goed werken. En uiteraard de taak initiatie.
De link met autismespectrumstoornis/ASS
Mensen met autisme hebben vaak moeite met executieve functies. Ze hebben dus last van executieve disfunctie. De rol die verschillende factoren als leeftijd, geslacht, etc. spelen lijkt minimaal. Het blijkt dus dat mensen met autisme moeite hebben met executieve functies ongeacht of ze man of vrouw zijn (meer weten over vrouwen met autisme? lees hier)
De hersenen
Het is algemeen bekend dat de hersenen van mensen met autismespectrumstoornis anders werken dan die van andere mensen. Er zijn dan ook verschillende afwijkingen gevonden in verschillende delen van de hersenen– al is afwijking misschien niet helemaal het juiste woord.
De cortex, of buitenkant, van de hersenen lijken qua volume en dikte af te wijken van het normaal beeld. Verder zijn er verschillen gevonden in het contact netwerk tussen verschillende hersengebieden. Ook de verbinding tussen hersengebieden kan een verklaring zijn voor de afwijkende executieve functies bij autisme.
Eén verklaring voor de executieve disfunctie in het autistische brein is de onderontwikkeling van de frontale gebied in de hersenen. Dit gebied zorgt voor de executieve functies en er zijn hier verschillen gevonden tussen autistische en neurotypische hersenen. Van verschillen in de zenuwcellen zelf tot verschillen in het overdragen van de zenuwimpulsen aan andere hersengebieden.
Executieve disfunctie hypothese
De executieve disfunctie hypothese werd opgesteld om de gedragsafwijkingen in mensen met autisme te verklaren. De hypothese focust op een aantal subcategorieën van executieve functie: plannen, mentale flexibiliteit, inhibitie en zelf-regulatie.
In dit geval draaien ze het dus eigenlijk om. Executieve disfunctie is geen symptoom van autisme, maar een verklaring van autisme. Dat terwijl veel autisten het zelf meer een symptoom vinden– en een lastige ook.
Een korreltje zout
Alles wat ik genoemd heb over executieve functies bij autisme moet je nemen met een korreltje zout. Waarom? Omdat er ondertussen zoveel studies zijn gedaan over executieve (dis)functie bij autisme en er nog steeds geen pijl op te trekken is.
Wat ik hiermee bedoel is dat de opzet van al deze studies steeds anders is. Hierdoor ontstaan er ook steeds wisselende resultaten en steeds weer een nieuw model. Over het algemeen lijkt het inderdaad dat de executieve functies bij mensen met autisme anders zijn dan bij neurotypische mensen, maar waarom dit precies is, is nog steeds een beetje vaag.
Conclusie
Executieve (dis)functie is zoveel lastiger dan het lijkt. Het is enorm complex en de link tussen autisme en executieve disfunctie is nog altijd onduidelijk. Het beste wat we kunnen op dit moment is gokken. Toch kom je met dit artikel al een heel eind met een antwoord op de vragen die in de inleiding gesteld zijn. Vind ik dan. Hopelijk begrijp je nu wat beter waar de disfunctie vandaan komt. Heb je meer vragen over executieve functies? Laat het me dan zeker weten!
Bronnen
- Diamond A. 2013. Executive functions. Annu. Rev. Psychol. 64:135–68
- Zelazo PD. 2015. Executive function: reflection, iterative reprocessing, complexity, and the developing brain. Dev. Rev. 38:55–68
- Baddeley, A D.Working Memory. Oxford, UK: Clarendon; 1986.
- D Baeyens, M Huizinga – Handboek diagnostiek in de …, 2016
- Miyake A, Friedman NP, Emerson MJ, Witzki AH, Howerter A. 2000. The unity and diversity of executive functions and their contributions to complex “frontal lobe” tasks: a latent variable analysis. Cogn. Psychol. 41:49–100
- Autism spectrum disorders: a meta-analysis of executive function. EA Demetriou, A Lampit, DS Quintana… – Molecular …, 2018 – nature.com
- Dawson, G. et al. (2002) Defining the broader phenotype of autism: genetic, brain, and behavioral perspectives. Dev. Psychopathol. 14, 581 – 611
- Chugani, D.C. (1998) A critical period of brain development: studies of cerebral glucose utilization with PET. Preventative Medicine 27, 184 – 188
- Ohnishi, T. et al. (2000) Abnormal regional cerebral blood flow in childhood autism. Brain 123, 1838 – 1844
- Executive dysfunction in autism. Elisabeth L. Hill
- Xie, R., Sun, X., Yang, L., & Guo, Y. (2020). Characteristic Executive Dysfunction for High‐Functioning Autism Sustained to Adulthood. Autism Research. doi:10.1002/aur.2304
- Demetriou EA, DeMayo MM, Guastella AJ. Executive Function in Autism Spectrum Disorder: History, Theoretical Models, Empirical Findings, and Potential as an Endophenotype. Front Psychiatry. 2019;10:753. Published 2019 Nov 11. doi:10.3389/fpsyt.2019.00753
- Zelazo PD, Carlson SM. Hot and cool executive function in childhood and adolescence: development and plasticity. Child Dev Perspect (2012) 6(4):354–60. 10.1111/j.1750-8606.2012.00246.
- https://www.mijnautisme.info/autisme/executieve-functies/