Autisme en Eetstoornissen

autisme en eetstoornissen

In andere artikelen ging het over eetproblemen bij autisme (hier) en over ARFID (hier). Nu gaan we het hebben over een aantal– niet alle– andere eetstoornissen bij autisme naast ARFID. Er zijn genoeg eetstoornissen die door verschillende redenen vaak comorbide zijn aan autisme. Vaak hebben vrouwen met autisme er het meeste last van en komen ze hiervoor bij een psycholoog zonder dat de échte diagnose wordt gesteld (hier).

Anorexia Nervosa

Wat is Anorexia Nervosa?

Anorexia Nervosa is een eetstoornis dat zich karakteriseert door het beperken van voedselinname, intense angst voor aankomen in gewicht en een verstoring in de manier waarop iemand hun lichaam ziet. Meer vrouwen hebben last van deze eetstoornis– vaak tussen de leeftijden van 15 en 19 jaar.

Recente research vindt een aantal overlappingen tussen Anorexia en ASS. Een aantal van die overlappingen zijn op het gebied van neuropsychologische en socio-cognitief functioneren. Veel mensen met Anorexia geven aan een hoge mate van sociale angst te hebben. Ook geven ze aan vaak gepest en getreiterd te worden en moeite te hebben met sociale gelegenheden. (Kerr-Gaffney et al., 2018 | Tierney et al., 2016 | Westwood et al., 2016)

Procentueel gezien laat zo’n 27 procent van de vrouwen met autisme verschillende symptomen van eetstoornissen zien– maar dan ook echt klinisch relevante symptomen. Dit betekent dat de symptomen vallen binnen de ernst van de categorie eetstoornissen. Vanwege de vele problemen met eten die mensen met autisme kunnen hebben, lijkt het ergens ook wel logisch dat eetstoornissen op de loer liggen. (Nickel et al., 2019 | Kalyva et al., 2009)

Boulimia Nervosa

Wat is Boulimia Nervosa?

Boulimia Nervosa is een eetstoornis waarbij je vaak eetbuien hebt die steeds terugkeren. Vaak schamen deze mensen zich zo voor deze buien dat ze dit proberen te compenseren door alles uit te braken of juist een lange periode niks te eten. Als we kijken naar een heel mensenleven zal zo’n 3 procent van de vrouwen Boulimia Nervosa krijgen en 1 procent van de mannen. Meestal zijn dit mensen tussen de 15 en 29 jaar oud. Het lijkt wel zo te zijn dat de hoeveelheid mensen die met deze stoornis te maken krijgen afneemt over de tijd heen. (Van Eeden et al., 2021)

Ik kon er weinig over vinden. Het lijkt erop dat 4,7 procent van de mensen met een eetstoornis– waaronder Boulimia– de diagnose autisme kregen. Vooral de mensen met Anorexia Nervosa kregen de diagnose. Boulimia werd eerder gekoppeld aan ADHD dan aan autisme. Dit omdat bij ADHD vaak wordt gedacht aan impulsief gedrag, zoals eetbuien.

Wat wel is gevonden, is dat mensen met Anorexia en Boulimia Nervosa vaak moeite hebben met executief functioneren. Mensen met autisme hebben hier ook zeker last van! Daarover lees je meer in mijn artikel over executieve disfunctie bij autisme en hoe ermee om te gaan. (respectievelijk hier en hier) (Nickel et al., 2019)

Binge Eating Disorder

Wat is Binge Eating Disorder?

Binge Eating Disorder, ofwel BED, is een eetstoornis die zich kenmerkt door de vele eetbuien die de mensen hebben. Vaak gevolgd door veel schuldgevoel, schaamte en verachting van zichzelf. Het verschil met Boulimia Nervosa is dat er bij BED geen compensatie plaatsvind. (Nickel et al., 2019)

Nogmaals was hier weinig over te vinden. Wat hierboven beschreven is bij Boulimia is ook van toepassing om BED.

ARFID

Wat is ARFID?

ARFID staat voor avoidant/restrictive food intake disorder. Het gaat erom dat de patiënt zo weinig eet dat ze niet genoeg voedingsstoffen tot zich nemen om in hun behoeften te voorzien. Nu is het verschil met andere eetstoornissen dat er hier geen verkeerd beeld van hun eigen lichaam bij zit. Ze zijn simpelweg te selectief in het eten wat ze tot zich nemen dat het niet voldoende voedingsstoffen geeft.

ARFID komt vaak voor bij mensen met autisme. Dit is natuurlijk heel logisch als je je bedenkt dat we vaak enorme moeite hebben met het sensorische gedeelte van eten. De structuur in onze mond, de smaak of zelfs de geur kan ons afkeren! Het volledige artikel kun je lezen via deze link –> ARFID

Conclusie

Eetstoornissen lijken soms wel gekoppeld te zijn aan autisme, maar dit betreft vooral Anorexia. Andere eetstoornissen die hier besproken zijn, lijken veel minder comorbide te zijn aan autisme en meer aan ADHD. Mocht iemand van jullie een idee hebben waarom deze stoornissen wel gekoppeld zijn, zou ik die graag horen via de comments hieronder! En als je literatuur hebt gevonden al helemaal!

Bronnen:

  • Kerr-Gaffney J, Harrison A, Tchanturia K. Social anxiety in the eating disorders: a systematic review and meta-analysis. Psychol Med. 2018;48(15):2477–91.
  • Tierney S, Burns J, Kilbey E. Looking behind the mask: social coping strategies of girls on the autistic spectrum. Res Autism Spectr Disord. 2016;23:73–83.
  • Westwood H, Lawrence V, Fleming C, Tchanturia K. Exploration of friendship experiences, before and after illness onset in females with anorexia nervosa: a qualitative study. PLoS ONE. 2016;11(9):e0163528.
  • Nickel K, Maier S, Endres D, Joos A, Maier V, Tebartz van Elst L, et al. Systematic review: overlap between eating, autism spectrum, and attention-deficit/hyperactivity disorder. Front Psychiatry. 2019;10:708.
  • Kalyva E. Comparison of eating attitudes between adolescent girls with and without Asperger syndrome: daughters’ and mothers’ reports. J Autism Dev Disord. 2009;39(3):480–6.
  • van Eeden, A. E., van Hoeken, D., & Hoek, H. W. (2021). Incidence, prevalence and mortality of anorexia nervosa and bulimia nervosa. Current opinion in psychiatry, 34(6), 515–524. https://doi.org/10.1097/YCO.0000000000000739
  • Nickel, K., Maier, S., Endres, D., Joos, A., Maier, V., Tebartz van Elst, L., & Zeeck, A. (2019). Systematic review: overlap between eating, autism spectrum, and attention-deficit/hyperactivity disorder. Frontiers in psychiatry, 10, 708.

Autisme en ARFID: De onbekende Eetstoornis

Veel mensen met autisme hebben last van problemen met eten. In een ander artikel heb ik het hier al meer over gehad. Als je je in die problemen herkent, zou het best eens kunnen dat je te maken hebt met een eetstoornis genaamd: ARFID. Heb je daar wel eens van gehoord? Veel mensen namelijk niet, maar zo’n 21 procent van de mensen met autisme zou ARFID hebben.

Wat is ARFID?

ARFID staat voor Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder. In het Nederlands noemen we het vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. Bij ARFID lukt het iemand niet om genoeg voedsel tot zich te nemen voor een grote verscheidenheid aan redenen. Veel mensen met autisme hebben last van eetproblemen, maar ARFID is een extreme vorm hiervan: een eetstoornis (meer over autisme en eetproblemen hier)

Deze eetstoornis is nieuw in de DSM-5, maar bestaat natuurlijk al veel langer. Het was alleen nooit zo goed gedefinieerd als nu. ARFID heeft geen leeftijdsgrens en kan dus aan elke leeftijd gekoppeld worden. Vooral oudere kinderen en jongvolwassenen worden met ARFID gediagnosticeerd. Zoals bij andere eetstoornissen zijn het vooral meisjes die de eetstoornis krijgen, maar de verdeling tussen geslachten is bij ARFID een stuk gelijker dan bij andere eetstoornissen.

ARFID is anders dan andere eetstoornissen als Anorexia of Boulimia, omdat je bij ARFID geen angst hebt voor je lichaam. Je bent niet bang om aan te komen en je wilt niet per sé afvallen. Het beeld wat je hebt over je lichaam klopt en is dus niet verstoord, zoals dat vaak bij andere eetstoornissen wel het geval is.

Als het gaat om autisme (meer over wat autisme is vind je hier) en ARFID lijkt het erop dat deze eetstoornis voorkomt bij ongeveer 21 procent van de mensen met autisme. Dit is meer dan studies die gekeken hebben naar klinische voorbeelden, dus het kan goed zijn dat in werkelijkheid ARFID te weinig gediagnosticeerd wordt.

Kenmerken van ARFID

ARFID wordt gediagnosticeerd aan de hand van 4 punten in de DSM-5. Deze kenmerken geven het brede spectrum van ARFID patiënten weer. Er is ook duidelijk te zien waar autisme speelt in deze kenmerken.

DSM-5 Criteria

  • Een eet- of voedingsstoornis (zoals een duidelijk gebrek aan interesse in eten of voedsel, vermijden van voedsel vanwege de sensorische kenmerken ervan, zorgen over de aversieve gevolgen van het eten) die blijkt uit een persisterend niet voorzien in de eigen voedings- en/of energiebehoeften, samenhangend met een (of meer) van de volgende kenmerken:
    • Significant gewichtsverlies (of het niet bereiken van de te verwachten gewichtstoename, of achterblijvende groei bij kinderen).
    • Significante voedingsdeficiëntie/voedingstekorten.
    • Afhankelijkheid van enterale (via de darmen) sondevoeding of orale (via de mond) voedingssupplementen.
    • Een duidelijk interfereren met het psychosociale functioneren.
  • De stoornis kan niet beter worden verklaard doordat er te weinig voedingsmiddelen beschikbaar zijn of door een ermee samenhangende cultureel gesanctioneerde gewoonte.
  • De eetstoornis treedt niet uitsluitend op in het beloop van anorexia nervosa of boulimia nervosa en er zijn geen aanwijzingen voor een stoornis in de wijze waarop het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm wordt ervaren.
  • De eetstoornis kan niet worden toegeschreven aan een gelijktijdig optredende somatische (= lichamelijke) aandoening en kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis. Wanneer de eetstoornis zich voordoet binnen de context van een andere aandoening of stoornis, is de ernst van de eetstoornis groter dan wat normaal bij deze aandoeningen of stoornissen wordt gezien en is afzonderlijke aandacht gerechtvaardigd.

ARFID subtypen

Zoals in het eerste punt te lezen is, kun je ARFID opdelen in drie subtypen. Deze subtypen zijn:

  • Geen interesse in voeding
  • Vermijding van voeding vanwege sensorische kenmerken
  • Angsten voor de gevolgen van eten

Elk van deze kenmerken geeft zijn eigen symptomen, maar zorgen er allemaal voor dat er niet voldoende voedsel binnenkomt om in de energiebehoefte te voorzien. In alle drie van deze subtypen kun je autisme herkennen.

Leeftijd en gender verdeling

Uit een studie onder 309 mensen met een eetstoornis werden er 60 gediagnosticeerd met ARFID. Ongeveer 62 procent hiervan was vrouw. Een andere studie met ongeveer 40 mensen met ARFID was zo’n 80 procent vrouw. Zoals bij andere eetstoornissen te zien is, is het merendeel van de mensen met ARFID vrouwelijk. Wél is het zo dat bij ARFID een groter percentage mannelijk is dan bij andere eetstoornissen. Bij deze laatste studie was dat 20,5 procent versus 4,5 procent– Best een verschilletje dus.

Als het gaat om leeftijd zijn mensen met ARFID er vaak vroeger bij dan mensen met een andere eetstoornis. Patiënten met ARFID waren gemiddeld rond de 11 jaar oud en andere patiënten waren gemiddeld 14 jaar oud. Een andere studie gaf aan 13 jaar voor ARFID en 16 jaar voor andere eetstoornissen, maar de conclusie blijft hetzelfde.

Gevolgen van ARFID

ARFID heeft verschillende gevolgen die best eens ernstig kunnen zijn:

Lichamelijke gevolgen

Psychische gevolgen

  • Vereenzaming
  • Angst
  • Isolatie
  • Somberheid
  • Negatieve gedachten

De gevolgen van ARFID zijn dus verschrikkelijk vervelend en kunnen zelfs gevaarlijk worden als er niks aan wordt gedaan. Er zijn natuurlijk duidelijk lichamelijke gevolgen, omdat je te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, maar ook psychische gevolgen mogen niet ontbreken.

De impact van een eetstoornis op je psyche kan erg groot zijn. Je durft niet meer bij anderen of samen met anderen te eten uit angst afgewezen te worden. Hierdoor ga je jezelf isoleren van anderen en zal je je erg eenzaam kunnen gaan voelen. Eenzaamheid is één van de zwaarste gevoelens die je kan hebben. Ook kan je de energie niet meer opbrengen om tegen de negatieve gedachten te vechten en kan je erg somber worden.

Autisme en ARFID

Wat voor rol speelt ARFID nu bij mensen met autisme? Het is belangrijk om te weten dat veel mensen met autisme last kunnen hebben van deze onbekende eetstoornis. De prevalentie wordt geschat op zo’n 21 procent. Dit betekent dat zo’n 21 procent van de mensen met autisme ARFID heeft. In één studie had 13 procent van de patiënten met ARFID ook autisme ondanks dat die combinatie niet vaak voorkwam in hun kliniek.

Sensorische prikkels

Het mag duidelijk zijn dat wij, met autisme, prikkels soms erg moeilijk kunnen verdragen. Het gevoel van sommige etenswaren in je mond is ook een prikkel. Veel mensen met autisme hebben dan ook moeite met het eten van bepaalde voedingsproducten.

Vaak is het gevoel van het eten niet fijn en zullen ze daarom ook stoppen met het eten van deze producten. Dit betekent dat ze niet voldoende voedingsstoffen hieruit binnenkrijgen en ze dus een tekort kunnen krijgen aan bepaalde typen voeding. Vaak zijn het groenten die niet lekker in de mond liggen, maar deze zijn natuurlijk wel erg belangrijk in een gezond voedingspatroon.

Angsten

Veel mensen met ARFID zijn bang voor de gevolgen van het eten van voedsel. Denk hierbij aan zich verslikken, of overgeven, of kokhalzen. Ook in deze kenmerken kun je autisme terug vinden. Veel mensen met autisme hebben een verstoorde of onderontwikkelde motoriek van het eten. Het kan dus zomaar zijn dat ze zich écht een keer goed verslikt hebben en daardoor nu bang geworden zijn.

Desinteresse

Sommige mensen met ARFID hebben geen interesse in eten, of ze vergeten het simpelweg. Mensen met autisme hebben vaak moeite met het herkennen van een hongergevoel en kunnen hierdoor dus vergeten te eten. Het kan ook zijn dat ze denken nog geen honger te hebben en daarom eten afwijzen of op die manier geen interesse in eten te hebben.

Behandeling van ARFID bij Autisme

Aangezien ARFID nog een vrij nieuwe diagnose is, is het moeilijk om een éénduidig plan op te stellen– Ook aangezien het een zeer brede range van patiënten heeft. Het gevolg hiervan is dat iedereen maar wat doet en het lastig is om een plan op te stellen dat gaat werken. Er zijn ook zeer weinig studies die een behandeling beschrijven. Verschillende therapieën worden al toegepast, zoals:

  • Cognitieve Gedragstherapie
  • Responsieve Voedingstherapie
  • Toegepaste Gedragsanalyse

De laatste 2 jaar wordt er ook veel gekeken naar een familie-gerichte aanpak. Hierbij worden de ouders met psycho-educatie bijgebracht wat ARFID precies is en hoe ze hun kind in de juiste richting kunnen sturen. De psycholoog gebruikt dan toegepast gedragsanalyse op de ouders om erachter te komen hoe ze het thuis doen en welke strategieën er nodig zijn om hun kind te helpen.

Wanneer je volwassen bent, heb je natuurlijk geen ouders meer in huis om je te helpen. Dit betekent dat gedragstherapie de belangrijkste behandeling wordt. Hierin ga je zelf je gedrag analyseren en kijken hoe je dit kan veranderen en wat daar voor nodig is. Ook kan je exposure therapie krijgen als je bijvoorbeeld een bepaald voedingsproduct vermijd.

Conclusie

ARFID is een ontzettend lastige eetstoornis. Je wilt wel, maar het lukt gewoon niet. Gelukkig zijn er wel verschillende behandelingen om je een handje te helpen in de recovery van deze eetstoornis. Het mag duidelijk zijn dat autisme best een grote prevalentie heeft in een klinische setting, maar waarschijnlijk dus nog meer dan dat.

Het is erg belangrijk om hulp te zoeken als je deze kenmerken herkent of als je het idee hebt dat je misschien wel eens ARFID zou kunnen hebben. Wanneer je de diagnose hebt, kun je een geschikt traject aangaan om weer in een gezond voedingspatroon te komen.

Bronnen

Autisme en Eetproblemen: De Oorzaken

Eetproblemen komen veel voor bij mensen met autisme. 46 tot 89 procent van de kinderen met autisme vertonen een afwijkend eetpatroon. Er zijn hier best een aantal verschillende redenen voor. Waarom gaan autisme en eetproblemen vaak hand in hand? De oorzaken van eetproblemen bij mensen met autismespectrumstoornis gaan we uitgebreid bespreken in dit artikel.

Prikkelgevoeligheid

Voedsel selectiviteit

Het is ruim bekend dat mensen met autisme extra gevoelig zijn voor prikkels (meer over de kenmerken van autisme vind je hier). Er zit een probleem in de sensorische prikkelverwerking. Hieronder valt uiteraard de prikkels van tast, smaak en geur. Mede hierdoor kunnen mensen met autisme een sterke voorkeur hebben voor bepaalde typen voedsel. We noemen dit voedsel selectiviteit.

Texturen, smaken, geuren, maar ook kleuren en vorm kunnen een bepaalde voorkeur hebben bij iemand met autisme. Er lijkt een sterke voorkeur uit te gaan naar bewerkt voedsel, snacks of andere etenswaren met veel koolhydraten. Als ze dan ook nog een beetje crunchy zijn, is het al helemaal feest.

Ook houden mensen met autisme gemiddeld gezien niet van groenten, fruit of dingen waar veel eiwitten in zitten. Vooral kinderen met ASS hebben veel moeite met deze voedsel selectiviteit. Zo’n 70 procent van alle kinderen met ASS heeft hier last van.

De ernst van deze voedsel selectiviteit verschilt ook nog per persoon. Bij autisme kunnen eetproblemen in lichte mate tot ernstige problemen die kunnen leiden tot gezondheidsklachten zoals ondergewicht of vermoeidheid door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen (meer oorzaken van vermoeidheid bij autisme vind je hier).

Hongergevoel

Een ander onderdeel van de prikkelverwerking kan zijn dat mensen met autisme niet zo goed in contact staan met hun hongergevoel. Ze kunnen het bijvoorbeeld niet herkennen, maar het kan ook zo zijn dat ze niet herkennen wanneer ze vol zitten. Dit kan leiden tot overeten en soms zelfs overgewicht.

Routine

Routines en Rituelen

Een ander kenmerk waar mensen met autisme om bekend staan, is het vasthouden aan bepaalde routines en rituelen. Ook dit kan zorgen voor eetproblematiek. Sommige mensen met autisme houden bijvoorbeeld alleen van producten van een bepaald merk of met een bepaalde soort verpakking.

Het kan ook zijn dat de voorkeur wordt gegeven aan een bepaalde bereidingswijze of presentatie van het eten. Soms willen ze per sé eten van hetzelfde bord en met hetzelfde bestek. Er kan zelfs een voorkeur worden gegeven aan plekken waar ze willen eten en dan ook niet ergens anders dan die plaatsen willen eten.

Plannen

Sommige mensen met autisme hebben moeite met plannen. Dit kan ertoe leiden dat maaltijden vergeten worden of teveel hetzelfde zijn. Stug vasthouden aan routines met eten kan ervoor zorgen dat er niet of minder gegeten wordt als het niet voldoet aan de eisen die iemand stelt.

Koken

Koken en boodschappen doen, kunnen ook problemen geven. Boodschappen doen in een supermarkt waar het ontzettend druk is, kan veel prikkels geven. Zo stellen mensen met autisme dit vaak uit of gaan ze helemaal niet. Voor sommigen is het überhaupt heel moeilijk om te beginnen met het koken van eten (meer over executieve functies bij autisme vind je hier)

Koken is natuurlijk één en al multitasken. Daar zijn we niet heel goed in. Het kan druk worden en chaotisch. Ook kan het heel messy en vies worden en daar zijn we niet van gediend. Koken kan dus een hele prestatie zijn waar veel mensen met autisme moeite mee hebben. Uiteraard stellen we ook dit uit of gaan we voor makkelijk te maken, maar eenzijdige maaltijden. Dit kan weer leiden tot een tekort aan voedingsstoffen.

Nieuw

Nieuwe dingen proberen is ook vaak wat moeilijk. Zo ook het proberen van nieuwe recepten en voedingswaren. Afwijken van ons vertrouwde eten kan een heel goed iets zijn, maar ook iets heel moeilijks.

Eetstoornis symptomen

Sommige autisten hebben ook een een bepaalde routine of ritueel dat te maken heeft met de hoeveelheid calorieën dat binnenkomt. Het kan overeenkomsten hebben met symptomen van eetstoornissen waaronder het obsessief bezig zijn met body image of het limiteren van calorieën. Dit zorgt natuurlijk ook voor problemen.

Voor sommigen kan dit zelfs een soort special interest zijn– calorieën dan. Wel zal je zien dat als er symptomen ontstaan van een eetstoornis dat het dan een obsessie wordt en ze aan niks anders meer kunnen denken (meer over of iets een special interest of obsessie is lees je hier!).

Motoriek

Kinderen met autisme, en soms ook volwassenen met autisme, kunnen nog wel eens problemen hebben met de motoriek. Dit kan fijne motoriek of grove motoriek zijn. Onder motoriek valt ook het kauwen en doorslikken van voedsel. Als mensen met autisme dit moeilijker vinden, kunnen ook hier eetproblemen ontstaan.

De motoriek kan ook moeilijker worden als je een slecht gebit hebt. Veel mensen met autisme hebben een hekel aan de tandarts en aan de prikkels en geluiden die daarbij horen. Zo kunnen ze angstig zijn en helemaal niet meer naar de tandarts gaan. Dan gaat de kwaliteit van je gebit achteruit en kan het kauwen lastiger worden– en eten dus ook.

Maag-darmproblemen

Wat uiteraard een domper kan zijn op je eetplezier is het hebben van maag-darmproblemen. Veel studies hebben gevonden dat mensen met autisme meer maag-darmproblemen hebben dan mensen zonder autisme. Een aantal studies hebben gevonden dat dit niet zo is, maar veruit de meeste studies zeggen dat er wel een link is. Deze studies zorgen ervoor dat het percentage wisselt tussen 9 en 91 procent.

Constipatie, diarree en allergieën zijn enkele voorbeelden van problemen die zich voordoen bij mensen met autisme. Veel van deze problemen worden veroorzaakt door dysbacteriose– dat betekent een afwijkende samenstelling van bacteriën– van de darmflora en hyperactieve immuunreacties en ontstekingsreactie.

Conclusie

Uiteindelijk lijkt het erop dat veel mensen met autisme last hebben van verschillende eetproblemen. En dat is helemaal oké. Het gaat er uiteindelijk om dat je ermee leert leven en oplossingen vind voor deze problemen. Als je hulp nodig hebt hierbij moet je dat vooral vragen, want het gaat om je eigen mentale en fysieke gezondheid. Vrijwel niks is belangrijker dan dat.

Hopelijk heb je iets gehad aan dit artikel en herken je jezelf erin. Als je vragen hebt of opmerkingen– feel free to comment. Vergeet ook niet dit artikel op Socials te delen als je denkt dat anderen er ook wat aan hebben!

Bronnen:

Mobiele versie afsluiten